Drenthe

Deze week bezocht ik een bijeenkomst met een groot aantal Nederlandse drinkwaterbedrijven en waterschappen, verenigd in de Vereniging van waterbedrijven in Nederland, VEWIN. Daarbij heb ik nog eens met kracht herhaald dat, als het aan de SP ligt, we met het drinkwater niet hetzelfde gaan doen als met onze elektriciteitsvoorziening: geen uitverkoop van ons water! Iedereen was het hier van harte mee eens. Nu maar hopen dat de Europese Commissie er ook zo over denkt.

De waterbedrijven maken zich zorgen over Brussel. In sommige lidstaten van de Europese Unie is ook de drinkwatervoorziening geprivatiseerd. De veronderstelde voordelen voor de consument blijven daarbij uit, maar dat is niets bijzonders want de posttarieven zijn bijvoorbeeld ook niet omlaag gegaan na de invoering van de liberalisering. In Engeland, waar het drinkwater is geprivatiseerd, betaalt de consument nu veel meer dan daarvoor. Als verklaring wordt gegeven dat alle leidingen moesten worden vernieuwd, maar of dat inderdaad de kostenstijging verklaart?
Belangrijker is nog dat goed drinkwater voor de volksgezondheid van levensbelang is. Daarmee mag je geen risico’s nemen. Een stroomstoring, zoals na de privatisering vaker voorkomt dan daarvoor, is al heel vervelend, maar je moet er niet aan denken dat je of zonder water komt te zitten, of dat de kwaliteit ervan op de een of andere manier onbetrouwbaar wordt. Nee, hier mag de overheid geen risico mee nemen.
Dit jaar zal de Europese Commissie met voorstellen komen over de uitleg van het begrip ‘diensten van algemeen (economisch) belang’. Daaronder valt o.a. de drinkwatervoorziening. De voorstellen van de Commissie zijn nodig, omdat dit begrip met het Verdrag van Lissabon in het nieuwe EU-Verdrag terecht is gekomen. De formuleringen in het Verdrag zijn vaag: je kunt ze zo uitleggen dat privatisering van dergelijke diensten helemaal niet nodig is, maar helemaal duidelijk is dit niet. Samen met de VEWIN ga ik dit dan ook scherp in de gaten houden: Commissie, blijf van ons drinkwater af!