Drenthe

ASSEN. Journalist Gerard de Kleine, tot voor kort werkzaam bij het Dagblad van het Noorden, deed aangifte bij het OM vanwege meineed door Gedeputeerde Tanja Klip. Deze zou, terwijl zij onder ede stond, tegenover de onderzoekscommissie Eurochamp niet de waarheid hebben gesproken.

Een unieke maar ook ernstige situatie. Niet alleen vanwege de aangifte, maar ook omdat men ondertussen op het provinciehuis doet of er niets aan de hand is. SP-fractievoorzitter Oosterlaak: ,,Natuurlijk zijn de conclusies van het OM en eventueel van de rechter belangrijk. Maar zo’n onderzoek kan zomaar een tijd duren en de vraag is of wij ooit van het OM te horen krijgen wat men precies onderzocht heeft. Voor ons telt dat het Drents parlement blindelings op informatie van een gedeputeerde moet kunnen vertrouwen. Zeker als die onder ede staat. En de vraag ligt in dit geval echt op tafel, wie wij moeten geloven”, vindt Oosterlaak. ,,Wij verwachten een steekhoudende verklaring van GS en anders houden we wat ons betreft een spoeddebat’’.

Het eurochamp dossier
Vanwege mogelijke fraude bij de gehandicaptensport organisatie Eurochamp deed accountantskantoor Deloitte in opdracht van de provincie een onderzoek. Uit dat onderzoek kwam niet alleen bezwarende informatie naar voren rond Eurochamp en organisatiebureau Creative Wave, maar ook werd bekend dat de provincie zelf aan de wieg had gestaan van de constructie waardoor de directeur van Eurochamp gelden aan zichzelf als directeur van Creative Wave over kon maken. Gedeputeerde Haarsma verklaarde het Deloitte rapport prompt “vertrouwelijk”. Na lang protesteren van de Staten en na een procedure over de openbaarheid van dit stuk werd alsnog duidelijk dat er geen enkele reden voor vertrouwelijkheid van het Deloitte rapport bestond.
Desalniettemin lag het “vertrouwelijke” Deloitte rapport al snel op straat en verschenen er stukken in het DvhN. Hadden belanghebbenden uit het provinciehuis het “geheime” rapport gelekt naar de krant? Hoe kon dat? De Staten besloten tot een speciale onderzoekscommissie, die diverse betrokkenen onder ede hoorde. Eén van die betrokkenen was gedeputeerde Klip die in alle toonaarden ontkende dat zij met journalist Gerard de Kleine inhoudelijk contact had gehad over het Deloitte rapport.

Uit “Het Lek onder de Loep”, rapport van de onderzoekscommissie Eurochamp, juni 2009 par.3.6 het verhoor van mevrouw Klip:

“Uit dit onderzoek is vast komen te staan dat er veelvuldig telefonisch contact is geweest tussen de gedeputeerde mevrouw Klip en de heer De Kleine enerzijds en gedeputeerde mevrouw Haarsma en de heer De Bruin anderzijds.

Gedeputeerde mevrouw Klip verklaart over haar (telefonische) contacten met journalisten het volgende:

‘Met de heer De Bruin, waar ik zakelijk als staten verslaggever eigenlijk altijd mee te maken heb, los van soms wat andere contacten bij het Dagblad van het Noorden als het hele specifieke onderwerpen betreft, die contacten zijn er. Dat heb ik u, ook qua frequentie, in het interview uitgelegd, dat ligt een beetje aan de politieke actualiteit. Als u doelt op de andere journalist van artikelen over het Deloitte-verhaal, Gerard de Kleine, daar heb ik zeker in die periode heel regelmatig contact mee gehad, maar niet in zijn functie als journalist. Dat waren privé contacten.’
(…)
‘Dat is zeker in die eerste week niet over dat rapport gegaan, sowieso nooit inhoudelijk over het rapport. Ik sluit niet uit dat in de weken daarna dat wel eens in de slipstream van een gesprek aan de orde is geweest, maar nooit inhoudelijk’.
(…)
‘De heer Bomhof. U zegt: het had niets met het Deloitte-rapport te maken maar waar wij hier naar vragen is de voortijdige verspreiding van het Deloitte-rapport. ….. Voor zover staat u ook onder ede, dat geen van die gesprekken, en sommige zijn vrij vaak achter elkaar gevoerd, dat geen van die gesprekken te maken heeft gehad met het uitlekken van het rapport dan wel met de omstandigheden waaronder of ander soort wetenschap die een rol kan hebben gespeeld bij het verspreiden van het rapport. Daar zult u dus dan nu duidelijk over moeten zeggen, daar is in geen van die gesprekken sprake van geweest’

‘Mevrouw Klip: Er is in geen van die gesprekken sprake van geweest’.
------------------------------------

Deze week heeft journalist De Kleine opening van zaken gegeven over de contacten van mevrouw Klip en hemzelf. Bij zijn aangifte van meineed geeft De Kleine nu ondermeer aan dat hij van gedeputeerde Klip inzage had gekregen in provinciale documenten over wie er allemaal vertrouwelijk het Deloitte-rapport in handen had gekregen en over de codering van de versies die in omloop waren. Wel degelijk inhoudelijke informatie dus.

De SP gaat er uiteraard van uit dat het OM de aangifte van meineed serieus gaat onderzoeken, maar vindt dat er ondertussen niet gedaan kan worden alsof er niks aan de hand is.
,,Wij zijn alle spelletjes meer dan zat’’, vindt SP fractievoorzitter Oosterlaak. ,,Het provinciaal bestuur hoort het Drents parlement netjes in te lichten. Geen rapporten achterhouden voor de Staten. Geen stiekeme één-tweetjes met de pers om onwelgevallige berichtgeving tegen te gaan. En zeker niet liegen tegenover een door de staten ingestelde onderzoekscommissie’’. De SP neemt de verklaring van journalist De Kleine hoog op en is van mening dat de zaak niet met de mantel der liefde bedekt kan worden. ,,Mevrouw Klip geeft nu alleen als reactie naar de pers toe dat zij geen meineed heeft gepleegd. Een reactie naar de pers, nog geen woord naar de staten. Daar is de kous wat ons betreft niet mee af. Want wat moeten wij geloven van een verklaring van een gedeputeerde die privé veelvuldig met journalist De Kleine van het Dagblad spreekt, naar haar zeggen niet inhoudelijk over het “geheime” Deloitte rapport, terwijl diezelfde journalist nu glashard stelt dat zij daar niet de waarheid over spreekt. Het roept ook de vraag op in hoeverre deze gedeputeerde hangende het onderzoek van het OM over meineed kan functioneren. Als SP vinden wij dat gedeputeerde mevrouw Klip de Staten een verklaring verschuldigd is. Wij overwegen hierover een spoeddebat aan te vragen.’’