h

INretail roept Raad Assen op niet tot overhaaste besluitvorming over te gaan ivm FOC bij TT circuit

15 december 2015

INretail roept Raad Assen op niet tot overhaaste besluitvorming over te gaan ivm FOC bij TT circuit

Het is al enige tijd onrustig in Assen. Het college van B&W heeft een intentieovereenkomst getekend voor een Factory Outlet bij het TT circuit. In opdracht van de gemeente Assen en de provincie Drenthe heeft Strabo onderzoek gedaan. INretail stuurde onlangs een brief met een oproep om niet tot overhaaste besluitvorming over te gaan.

Aan de gemeenteraad van Assen
Postbus 30018
9400 RA Assen
Zeist, 11 december 2015

Onderwerp: plannen voor factory outlet center Assen.

Geachte dames en heren betrokkenen,
INretail vertegenwoordigt als brancheorganisatie de belangen van een groot gedeelte van de retailers in onder meer de mode-, schoenen- en sportbranche. Met ruim 16.000 winkels is INretail de grootste in retail non-food. Goed voor 25 miljard omzet en 140.000 werknemers. Op dringend verzoek van vele leden in uw regio met betrekking tot de plannen voor een factory outlet center (FOC) nabij Assen richten wij ons tot u.

De gemeenteraad van Assen is gevraagd op donderdag 17 december een oordeel te geven over het FOC initiatief en het ladderonderzoek om mede op basis daarvan te bepalen wel of niet door te gaan met de bestemmingsplanprocedure. Zoals u bekend is, is niet alleen de komst van een dergelijk winkelgebied omstreden, maar bovenal de beoogde locatie ervan.

De kritische benadering van een mogelijk FOC nabij Assen kan niet los worden gezien van de gevolgen die realisatie van een dergelijk project heeft voor de positie van het centrum van Assen en van de centra van de plaatsen in de wijde omgeving. Het belang van de centra van stad en dorp is, dat zij de ruggengraat vormen van het voorzieningenniveau ter plaatse, maar tevens bron van werkgelegenheid en inkomen voor velen. En niet te vergeten dé plek waar de bewoners graag komen om elkaar te ontmoeten en te verblijven, zij vormen het kloppende hart van een gemeenschap en het visitekaartje van steden en dorpen. Aantasting daarvan moet worden voorkomen.

Binnenstedelijke winkelgebieden ontlenen hun aantrekkelijkheid voor een belangrijk deel aan de aanwezigheid van modezaken. Bij vestiging van een FOC, dat beschouwd kan worden als een clustering van vooral modezaken op een perifere locatie, zullen koopstromen worden verlegd ten koste van de binnenstad (zie Lelystad). Daardoor zal de positie van het stadscentrum worden uitgehold. In het verlengde van het verdwijnen van modezaken aldaar, zullen ook andere winkels sluiten. Het bekende domino effect treedt dan onherroepelijk op: winkelstraten en –gebieden vallen om als cruciale schakels uit de ketting verdwijnen. Het resultaat is een onaantrekkelijke binnenstad, wat ook gevolgen heeft voor andersoortige bedrijven, zoals horeca en dienstverlening.

Uit het rapport van Strabo c.s. blijkt dat de komst van het FOC nabij Assen niet zonder gevaren is. Echter dit wordt slechts onderkoeld weergegeven. Dit is feitelijk constateerbaar in de wijze waarop in het rapport met het begrip vloerproductiviteit (omzet per m²) wordt omgegaan (zie tabellen 4.5 en 5.1). Voor berekening van de marktruimte wordt uitgegaan van een omzet per m² van € 2.153, maar wanneer omzeteffecten worden vertaald naar leegstand wordt gewerkt met € 3.000 per m². Daardoor valt het leegstandscijfer lager uit. Hier wordt opportunistische te werk gegaan! De werkelijkheid is dat de geconstateerde lage vloerproductiviteit aangeeft dat de detailhandel in het onderzochte gebied functioneert onder wat de norm is. Dat is een zeer gevaarlijke situatie, want bij nog verder omzetverlies zullen nog meer winkels verdwijnen. Kostenreductie kan uiteindelijk nooit het omzetverlies compenseren. Met andere woorden; er is naast de reeds bestaande leegstand nog steeds sprake van een latente overcapaciteit. Dit signaal uit het rapport van Strabo c.s. mag absoluut niet genegeerd worden.

Overigens kan uit het verschijnsel van de lage vloerproductiviteit niet worden geconcludeerd dat dit een gevolg is van ondermaats presteren van de ondernemers. Eerder is de oorzaak de achterblijvende inkomenspositie in de regio en het onverantwoord en ongebreideld realiseren van winkelareaal in de afgelopen jaren (o.a. door projectontwikkelaars met medewerking van gemeenten).

Omdat bekend is dat de initiatiefnemer voor het FOC van plan is een gecombineerde bouwaanvraag voor de fasen 1 en 2 in te dienen, is door onze vertegenwoordiger in het stakeholderoverleg erop aangedrongen de effecten van beide fasen te onderzoeken. Dit werd helaas geweigerd. Het maakt dat het rapport van Strabo c.s. niet voldoet aan de eisen die in het kader van de te betrachten zorgvuldigheid gesteld worden.

Ook de Rekenkamercommissie geeft de gemeenteraadsleden van Assen op 23 november per schrijven te kennen dat er getwijfeld wordt over de robuustheid van de beschikbare informatie en concludeert dat op een aantal aspecten nog relevante informatie ontbreekt om tot een zorgvuldige besluitvorming te komen. Dit op basis van de notitie zoals opgesteld door Roots Beleidsadvies.

De beoogde locatie van het FOC roept bovendien vragen op. Vanwege de afstand tot de binnenstad van Assen zal van synergie nauwelijks tot geen sprake zijn. Integendeel, in Lelystad is zelfs sprake van een koop-lek ten koste van het stadshart. En de Roosendaalse wethouder Verbraak heeft te kennen gegeven dat met de wetenschap van nu, het gemeentebestuur van Roosendaal niet opnieuw zou kiezen voor de huidige Rosada-locatie, maar een locatie dichter bij het centrum van de stad.

Het FOC Assen aan de andere kant van de A28 druist volledig in tegen de opvattingen van minister Kamp, zoals deze zijn vastgelegd in de Retailagenda. Bekend is dat de minister onlangs met 31 gemeenten een retaildeal heeft gesloten. In deze deal wordt ingezet op versterking van de positie van de binnensteden en de minister heeft beloofd daarbij te willen helpen. In het verlengde van de visie van de Retailagenda en de retaildeals zou in Assen eerder bezien moeten worden of een FOC in de binnenstad, waar de leegstand zeer omvangrijk is, een toevoeging zou kunnen betekenen.

Gelet op het omstreden karakter van het beoogde FOC nabij Assen en de daaraan verbonden gevaren roepen wij u op niet tot overhaaste besluitvorming over te gaan. Het gaat hier om een lokaal project met bovenlokale effecten. Dan ligt het in de rede de besluitvorming in te kaderen in een regionale visie op de detailhandel. Of zoals IVBN, Vastgoed Belang en Detailhandel Nederland op 3 december jl. per schrijven hebben gevraagd, in te kaderen in een detailhandelsvisie op de drie noordelijke provincies. Ook de Sociaal Economische Raad voor Noord-Nederland adviseert in haar brief van 2 november jl. het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland op korte termijn een Noord-Nederlands standpunt te bepalen op basis waarvan het besluit om een FOC toe te staan, genomen wordt vanuit het perspectief van de totale retail in Noord-Nederland.

Deze visie en dit standpunt zullen allereerst moeten worden vervaardigd. In het kader daarvan zou bezien moeten worden of een FOC wenselijk en haalbaar is en wat de consequenties op het retaillandschap in het noorden van ons land zijn. Indien het antwoord hierop positief zou zijn, komt de vraag aan de orde waar het FOC een plaats zou kunnen krijgen; in welke stad en op welke (binnenstedelijke) locatie. In het vervolg hierop kan dan eventueel het gemeentelijk traject (overleg, besluitvorming, bestemmingsplanprocedure) worden gestart.

Kortom, wij roepen de leden van de raad op in de raadsvergadering van 17 december 2015 te kiezen voor een traject zoals in het voorgaande is geschetst. Tevens roepen wij de provincie op over te gaan tot het vervaardigen van een (boven)regionale detailhandelsvisie en op grond daarvan lokale initiatieven te beoordelen.
Hoogachtend,
Jan Meerman
Voorzitter INretail
cc:College van burgemeester en wethouders van Assen College van Gedeputeerde Staten van Drenthe
Provinciale Staten van Drenthe

Reactie toevoegen

U bent hier