h

Provincie goochelt met miljoenen.10 miljoen bijbetalen voor RSP programma

25 september 2011

Provincie goochelt met miljoenen.10 miljoen bijbetalen voor RSP programma

Als een konijn uit de hoge hoed bleek het college juni van dit jaar 10 miljoen extra nodig te hebben. Voor de ‘regionale cofinanciering van het centrale deel van het Ruimtelijk Economisch Programma (REP) van het Regiospecifiek Pakket (RSP)’ zo lieten de Drentse bestuurders weten in een zogenaamde ‘bestuursrapportage’. VOOR WAT? zal de gemiddelde lezer zeggen. Maar ook de Staten kregen verder niks te horen waar dat geld voor nodig was. Geen toelichting bij het voorstel, geen heldere uitleg in een vergadering. Reden voor de SP een reeks schriftelijke vragen te stellen (zie bijlage). Want als er geen geld is voor bibliotheekwerk, voor alternatieve energie, voor het opruimen van asbest, of voor een klein beetje subsidie voor patiëntenverenigingen, hoe kan het dan dat de provincie zomaar 10 miljoen uitdeelt?

Deze week kreeg de SP antwoorden. En die antwoorden stemmen niet vrolijk. GS laten weten dat het toenmalige College al in februari 2011 op de hoogte was van de tegenvaller van 10 miljoen. Dat oude College bleek het kennelijk niet nodig te vinden de Staten meteen in te lichten of verantwoording af te leggen. Wij zijn weg, na ons de zondvloed. Toedeledoki. Kort daarvoor, december 2010, hadden de Staten het College nog in een motie laten weten dat de Staten precies geïnformeerd wensten te worden over alle tegenvallers en risico’s die zich bij RSP-projecten als het Atalantaproject in Emmen (de dierentuin verplaatsing) of de Florijnas bij Assen zich voor zouden kunnen doen.

En waar gaan die 10 miljoen danwel uiteindelijk naar toe? Navraag leert dat het moet gaan om een ‘groot onderzoek- en innovatietraject waarbij ASTRON en IBM willen gaan samenwerken ter voorbereiding o.a. van een aantal ontwikkelingen in het kader van het internationale SKA-(Square Kilometre Array)project’. Daarvoor zou de provincie 10 miljoen bij moeten betalen, terwijl ook het Rijk 30 miljoen gaat investeren uit de RSP-pot, het geld voor de Drentse infrastructuur, dat vrijkwam bij het afblazen van de Zuiderzeelijn.

“Het is gewoon koehandel achter de schermen. Grote bedrijven laten de overheid graag meebetalen aan nieuwe ontwikkelingen. Een merkwaardig soort ondernemerschap. In dit geval blijft Drenthe zitten met een zwarte piet van 10 miljoen. En de Staten gingen er ongezien mee akkoord”, concludeert SP-statenlid Oosterlaak. Provinciale Staten stemden in met de reservering van 10 miljoen extra REP/RSP cofinanciering, nog voordat men antwoorden had op de door de SP gestelde vragen. Oosterlaak: ,,Eigenlijk een aanfluiting voor de democratie. En dan heb ik het nog niet over de mist of die 10 miljoen nu een tegenvaller of een risico genoemd mag worden, of dat het eigenlijk heel normaal is dat Drenthe zomaar 10 miljoen extra moet betalen’’.

Vraag 1
Sinds wanneer is bij het College bekend dat het Rijk van mening is dat de provincie € 10 miljoen als cofinanciering voor het REP op tafel dient te leggen?

Antwoord 1
ln februari en maart van dit jaar is er met het Minísterie van EL&l-Noord gesproken over een concreet project dat in aanmerking zou kunnen komen voor centrale REP-middelen. Toen is duidelijk geworden dat er ook in bepaalde
mate provinciale cofinanciering verwacht wordt.

Vraag 2
U schrijft dat'gebleken is dat daarvoor ca. € 10 miljoen als provinciale cofinanciering nodig is'. Kunt u aangeven op wat voor manier u dat gebleken is?

Antwoord 2
Zie antwoord vraag 1: bij de bespreking van de concrete projectaanvraag. Het Ministerie van EL&l heeft geen aanvraagformulier of toetsingskader voor het centrale REP. Er is dan ook geen vaste richtlijn voor de inancieringsverhoudingen. Op basls van de financieringsverhoudingen bij de voorliggende projectaanvraag
en het aandeel in de centrale REP-middelen waarop Drenthe mag rekenen, leiden wij af dat in totaal ca. € 10 miljoen provinciale cofinanciering nodig is.

Vraaq 3
U schrijft dat het centrale deel onder regie staat van de minister van EL&l en dat de rijksbijdrage voor Drenthe beschikbaar komt onder nog door EL&l te formuleren randvoorwaarden.Waaruit hebt u de verwachting af kunnen leiden dat het Rijk hierbij niet dacht aan een provinciale cofinanciering? Hoe zijn de provincies Groningen en Friesland hiermee omgegaan?

Antwoord 3
ln het convenant Rijk-regio RSP-ZZL, dat in 2008 is ondertekend, zijn concrete afspraken gemaakt over de regionale cofinanciering van het decentrale deel van het REP en over een bijdrage van kennisinstellingen en marktpartijen, in te zetten - maar niet gekwantificeerd in een bepaalde verhouding - voor zowel rijks- als regionale REP-projecten. Er wordt niet gesproken over regionale of provinciale cofinanciering van centrale REP-projecten. Het was dus niet duidelijk of en al helemaal niet in welke omvang provinciale cofinanciering nodig was.
Er zijn nog uitsluitend enkele Groningse projecten gehonoreerd uit het centrale deel van het REP. Het ging hier om projecten met zeer complexe cofinanciering,onder andere uit Europese EFRO-middelen. De provincie Groningen
heeft bij deze projecten wel provinciale cofinanciering geleverd.

Vraaq 4
Vindt u de gevraagde cofinanciering in het licht van het RSP-rijksconvenant redelijk? Zo nee, onderzoekt u (juridische/bestuurlijke) stappen om het extra beroep op provinciale middelen te voorkomen?
Zo ja, waI is er dan precies misgegaan dat het terecht is dat het Rijk een bijdrage vraagt, maar de provincie hier kennelijk geen rekening mee hield?

Antwoord 4
Zie antwoord vraag 3: er zijn in het rijksconvenant geen afspraken over regionale cofinanciering van het centrale REP gemaakt. Anderzijds is het niet vreemd dat de provincie ook een financiële bijdrage levert als het betreffende
project van provinciaal belang is.

Vraag 5
Welke maatregelen treft u om een juiste inschatting te maken van de kosten die de provincie dient bij te dragen bij het RSP en om risico's beter in te schatten?

Antwoord 5
We maken jaarlijks een risicoanalyse. De risicoanalyse die wij in februari 2011 naar uw staten hebben gezonden, zullen wij jaarlijks herhalen en naar uw staten toezenden. Ons voorstel tot reservering van € 10 miljoen provinciale
cofinancieringsbijdrage voor het centrale REP is geen risico. Wij kunnen besluiten deze cofinanciering niet te leveren, maar dan vervalt ook de rijksbijdrage aan Drenthe en daarmee de kans om middelen van EL&I gebruiken
voor projecten die de ruimtelijk-economische structuur van Drenthe verbeteren.

Vraag 6
ln hoeverre is het mogelijk om de provinciale cofinanciering voor het REP door te berekenen aan belanghebbenden/derden? Bent u dat ookvan plan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6
Er is geen sprake van doorberekening. Als de belanghebbenden een project geheel zelf kunnen dragen, is er geen provinciale cofinanciering nodig. De provincie draagt bij aan een project als het gaat om een project dat zonder
(REP-)subsidie niet tot stand kan komen, terwijl er maatschappelijke belangen gediend worden die verder gaan dan het directe belang van de projectindieners.

Wij hopen uw vragen hiermee voldoende beantwoord te hebben

Hoogachtend,
gedeputeerde staten van Drenthe,

U bent hier